Manon Clement (1997, BE) behaalde haar Master in Beeldende Kunsten, Textielontwerp aan Luca School of Arts Gent in 2020.
In het werk van Clement speelt het gebruik van woorden binnen de textiele ruimte een cruciale rol. Ze maakt gebruik van zowel handmatige als industriële weeftechnieken.
Poëtische woorden zijn steeds op zoek naar tastbaarheid, naar een plek waar ze betekenis kunnen krijgen. Door woorden toe te voegen aan textiel ontstaat een poging tot dialoog, waarbij de woorden de textielstructuur verrijken.
Clement plaatst vergankelijkheid tegenover tastbaarheid, door de verbinding tussen woorden en beelden te onderzoeken. Haar werken balanceren tussen herkenning en vervreemding, wat de kijker uitdaagt om verder te denken over de betekenis van het materiaal en de boodschap. De beelden in haar werk komen uit een persoonlijk archief dat ze voortdurend aanvult.
In sommige werken speelt Clement ook met de technische aspecten van het weven. Woorden vormen hier een structuur op zich, waarbij het weefsel zelf een visueel beeld creëert. Dit roept vragen op over de voor- en achterkant van het werk en de ruimtelijkheid die ontstaat wanneer men stilstaat bij het lezen van een woord.
Woorden en textiel raken verweven, waarbij de textuur van het materiaal de woorden versterkt en ze een ruimte geeft. Woorden hebben altijd een oppervlak nodig om niet verloren te gaan in hun vluchtigheid. De materialen maken de woorden zichtbaar en tastbaar, waardoor ze een bestaan krijgen. Zonder deze ruimte zouden woorden vervagen in hun veelheid en vergankelijkheid. Textiel biedt verloren woorden een ruimte, waardoor geschreven of gedrukte woorden kunnen bestaan in een gedefinieerde context waaruit ze niet kunnen ontsnappen.
Manon Clement (1997, BE) obtained her Master’s degree in Fine Arts, Textile Design at Luca School of Arts Ghent in 2020.
In Clement’s work, the presence of words within the textile space plays a crucial role. She works with both manual and industrial weaving techniques.
Poetic words are always searching for tangibility, for a place where they can acquire meaning. By embedding words into textiles, an attempt at dialogue emerges—where the words enrich the textile structure.
Clement explores the tension between ephemerality and material presence by investigating the connection between words and images. Her works hover between recognition and estrangement, challenging the viewer to reflect on the meaning of both material and message. The imagery in her work stems from a personal archive that she continuously expands.
In some pieces, Clement also plays with the technical aspects of weaving. Here, words become a structure in themselves, with the woven fabric generating a visual composition. This raises questions about the front and back of the work, and the spatial dimension that unfolds when one pauses to read a word.
Words and textiles become interwoven, as the texture of the material strengthens the words and grants them space. Words always need a surface to keep them from dissolving into their fleeting nature. Material renders words visible and tangible, allowing them to take on a presence. Without this space, words would dissipate in their transience and abundance. Textile offers lost words a place to exist, allowing written or printed language to remain within a defined context from which they cannot escape.